|
Kadernota 2019-2022: basis maart circulaire 2018 | 35.782 | 37.087 | 38.199 | 39.405 |
Mutatie | 354 | 259 | 200 | -14 |
Meerjarenbegroting 2019: basis mei circulaire 2018 | 36.136 | 37.346 | 38.399 | 39.031 |
Vanuit het gemeentefonds komen een drietal geldstromen naar de gemeente,
- De algemene uitkering
- De integratie- en decentralisatie uitkeringen
- De integratie uitkering Sociaal domein
De uitkeringen zijn doorgerekend op basis van bijgestelde uitgangspunten met betrekking tot inwoneraantallen, uitkeringsontvangers, leerlingen enz. Hierbij zijn de effecten tot en met de mei-circulaire 2018 meegenomen.
A: Algemene Uitkering
|
Kadernota 2019-2022: basis maart circulaire 2018 | 21.475 | 22.888 | 23.998 | 25.209 |
Mutatie | 9.834 | 9.777 | 9.867 | 9.637 |
Meerjarenbegroting 2019: basis mei circulaire 2018 | 31.309 | 32.665 | 33.865 | 34.846 |
De mutaties zijn voor het grootste gedeelte het gevolg van:
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van “samen de trap op en samen de trap af” hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de trap op trap af methode wordt accres genoemd.
Vanaf 2019 dalen de accressen als gevolg van een lagere loon- en prijsontwikkeling in het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Plan Bureau. Op de rijksbegroting wordt voor dat doel minder geraamd. Tevens wordt het effect van lagere gasbaten door een lagere productie zichtbaar. De lagere accressen hebben een structureel karakter en cumuleren dus. De gemeente kan de lagere bate compenseren door in de meerjarenbegroting een lagere loon/prijsontwikkeling op te nemen.
- Plafond BTW compensatiefonds
De zogeheten voorschotregeling in het BTW-compensatiefonds (BCF) komt met ingang van 2019 te vervallen. In de oude regeling kunnen gemeenten betaalde BTW declareren bij dat BCF. Als het plafond van het BCF wordt overschreden, komt het verschil ten laste van het gemeentefonds. Bij een realisatie lager dan het plafond komt het ten gunste van het gemeentefonds. In de oude regeling werden meerjarige inschattingen van de voordelen verwerkt in het gemeentefonds.
In de nieuwe regeling wordt jaarlijks een voorschot bepaald in de septembercirculaire op basis van de laatste inzichten en afgerekend in de meicirculaire. Het gevolg van de nieuwe systematiek is dat de meerjarige ingeschatte voordelen uit het gemeentefonds zijn gehaald.
Een eventueel voordeel over het jaar 2019 wordt verwerkt in de septembercirculaire 2019
In de meicirculaire zijn alle begrote bedragen in dit kader naar nihil teruggebracht. Wij zijn van mening dat het geheel niet ramen van een bijdrage uit het BCF onterecht is. Jaarlijks wordt immers, met ingang van 2019 op basis van de werkelijke cijfers, de algemene uitkering verhoogd met een bijdrage uit het BCF. Deze uitkering zal naar verwachting wel lager zijn omdat de, oorspronkelijke meerjarig geraamde, prognoses te hoog waren. We schatten een structurele afname van 25% in.
We nemen in onze meerjaren raming 75% mee van de bedragen die in dit kader uit de algemene uitkering zijn verwijderd. Deze handelswijze past in de lijn van het standpunt van de toezichthouder.
- Ontwikkeling onroerend zaak belasting
In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de verwachte bijstelling van de algemene uitkering als gevolg van een lagere verwachte onroerend zaak belasting.
Met ingang van 2019 worden de decentralisatie uitkeringen sociaal domein (grotendeels) geïntegreerd in de algemene uitkering. Het effect is per saldo budgetneutraal.
B: De integratie- en decentralisatie uitkeringen
|
Kadernota 2019-2022: basis maart circulaire 2018 | 2.153 | 2.181 | 2.270 | 2.270 |
Mutatie | -1.882 | -1.897 | -2.001 | -2.001 |
Meerjarenbegroting 2019: basis mei circulaire 2018 | 271 | 284 | 269 | 269 |
De decentralisatie en integratie-uitkeringen maken net als de algemene uitkering deel uit van het gemeentefonds, maar hebben een eigen verdeling.
Voor Vught zijn dit de integratie-uitkering Wmo 2007 , Impuls Brede scholen combinatiefuncties, voorschoolse voorziening peuters en armoedebestrijding kinderen.
Met ingang van 2019 worden de decentralisatie uitkeringen sociaal domein voor wat betreft WMO 2007 en Armoedebestrijding kinderen geïntegreerd in de algemene uitkering. Het effect is per saldo budgetneutraal. Het beoogde effect is onder andere het sociaal domein te laten meelopen met de trap-op-trap-af systematiek van de algemene uitkering.
C: De integratie-uitkering Sociaal domein
|
Kadernota 2019-2022: basis maart circulaire 2018 | 12.153 | 12.017 | 11.930 | 11.926 |
Mutatie | -7.597 | -7.621 | -7.665 | -7.649 |
Meerjarenbegroting 2019: basis mei circulaire 2018 | 4.556 | 4.396 | 4.265 | 4.276 |
Integratie-uitkering Sociaal domein
Met ingang van 2019 worden de integratie uitkeringen Jeugd, participatie en WMO grotendeels overgeheveld naar het sociaal domein. Een aantal onderdelen van de integratie uitkering worden nog niet overgeheveld. Het betreft de onderdelen:
- WMO 2015: beschermd wonen,
- Jeugd onderdeel Voogdij/18+
- Participatie onderdelen : uitloop oude regelingen Wajong en WSW regulier werk.
-
WSW
De ontvangen gelden die ontvangen worden in het kader van de WSW worden doorbetaald aan de uitvoerder van deze wet de WSD. Het gaat om de navolgende bedragen.
|
Doorbetaling WSW | 4.261 | 4.024 | 3.795 | 3.651 |